Fitness voor je ogen

‹ Terug naar overzicht

Fitness voor je ogen

Geplaatst op:
Ons vak bestaat vooral uit kijken. Als pedicure ben je iedere dag urenlang aan het focussen op een heel klein vlak: de voeten en nagels van je klant. Hoe zorg je dat je ogen fit blijven zodat jij elk oneffenheidje blijft ontdekken?

Pedicures gebruiken hun ogen intensief: ze moeten subtiele kleur- en glansverschillen van nagels en huid goed zien. Zeker als je wat ouder wordt, kan dat moeilijker worden. Laat daarom, ook als je nog jong bent, minstens een keer per twee jaar je ogen testen bij een opticien. Zeker als je vaak hoofdpijn hebt na het werk.

Vermoeide ogen?

Er zijn tegenwoordig allerlei brillen en lenzen voor verschillende kijk-afstanden: veraf (autorijden), heel dichtbij (lezen) en circa 50 á 70 cm (computeren). Het kan zijn dat jij voor je werk erg geholpen bent met een computerbril. Laat je daarover eens voorlichten, meestal kost zo’n ogentest niets. Zijn je ogen goed, maar ben je toch vaak moe? Dan heb je misschien een sterkere loeplamp nodig. 

Verlichtingsplan 

Zorg in ieder geval voor genoeg licht in je praktijk. Als je vijftig jaar bent, heb je driemaal zo veel licht nodig om dezelfde taak uit te voeren, als iemand van twintig. Hoewel daglicht fijn werkt, is het niet altijd verstandig om de stoel vlak bij het raam te zetten. Dat kan al snel te warm worden voor oudere klanten en ook voor jezelf. Bovendien kun je schaduwen op je werk krijgen. Daglicht is wél belangrijk voor de sfeer in je praktijk, een compleet inpandige werkruimte is niet aan te raden.  

Drie soorten licht

Idealiter heb je bij de inrichting van je praktijk een verlichtingsplan gemaakt met drie soorten licht. Met basislicht toon je de ruimte en laat je de vormen zien. Het is een waasje van licht waardoor je de praktijk in één keer goed kan overzien. Functioneel licht is er in twee soorten: actief en passief licht. Actief licht is bedoeld om je activiteit goed uit te voeren zoals de werkverlichting boven de behandelstoel. Met passief licht leg je het accent op stukken uit je inrichting zoals een vitrinekast of poster. De derde invalshoek is (getint) sfeerlicht, bedoeld om een fijne, warme sfeer te creëren in de praktijk. 

Ledlicht

De verkoop van ‘gewone’ gloeilampen is sinds 2012 verboden. Maar gelukkig zijn er steeds meer modellen in spaarlampen en tl-lampen. De kleuren van deze lampen worden steeds mooier en warmer. De nieuwe generatie ledlampen (light emitting diode) zijn bijna onverslijtbaar en superzuinig: zo’n 50% van z’n opgenomen energie wordt licht. Led is er in allerlei kleuren en is dimbaar.   

Werkverlichting

Uiteraard is goed licht op je werkoppervlak het allerbelangrijkste om je ogen een handje te helpen. Hoe breder de lamp, hoe beter licht je op je werk hebt. De beste oplossing is een daglichtlamp. Dan zie je zelfs de kleinste kleurvariaties in de huid en de nagels van je klanten. Wil je geen daglichtlamp, neem dan liever een tl-lamp dan een ledlamp als werkverlichting. Led zit dichter bij uv-licht dan bij het zichtbare licht. Daarom harden (sommige) nagelgels uit als ze worden blootgesteld aan ledlicht. 

Vocht

Je ogen hebben voldoende vocht nodig om goed te functioneren. Als je voortdurend focust, knipper je te weinig en kunnen je ogen uitdrogen. Daardoor voelen ze branderig aan en zien ze er soms rood uit. Vijlstof en dampen van oplosmiddelen zijn ook niet goed voor je ogen. Zeker niet als je contactlenzen draagt. Zorg daarom voor een professionele stof- en dampafzuiging.  Zijn je ogen vaak droog, dan kunnen oogdruppels verlichting brengen.  

Ontspanning en oefeningen

Als je even pauze neemt, ga dan niet gelijk op je telefoon turen. Geef eerst je ogen wat rust: doe ze gewoon een paar minuutjes dicht. Je kunt je pauze ook gebruiken om je ogen te ‘trainen’.  Je ogen bevatten namelijk heel kleine spiertjes. Simpele oefeningen kunnen je ogen iets sterker maken. Dan ben je minder snel vermoeid en voorkom je droge ogen. Als je scherper ziet, verbetert je houding vaak ook en daarmee voorkom je weer rugklachten en hoofdpijn.  

Ga naar buiten en beweeg je ogen

Maak er een gewoonte van in je pauze even naar buiten te gaan of – bij slecht weer – naar buiten te kijken. Kijk bewust in de verte en volg met je ogen een rij bomen of een rij auto’s van links naar rechts en terug. Doe dat zonder je hoofd te draaien zodat je je ogen helemaal van je buitenooghoek naar je binnenooghoek laat gaan. Volg dezelfde rij van boven naar beneden en andersom. Zo gebruik je alle vier je ooghoeken: rechtsboven, linksboven, linksonder, rechtsonder. Focus vervolgens afwisselend op een punt ver weg (een wolk of kerktoren) en een punt heel dichtbij. Als je deze oefeningen dagelijks consequent doet, kun je je oogbol weer in de richting van zijn natuurlijke, ronde vorm krijgen. In je vrije tijd kun je je ogen trainen door sporten. Dat bevordert je hand-oogcoördinatie. Dat geldt vooral voor balspelen, maar ook met computergames kun je je ogen leren beter te focussen.

Te veel licht

Te veel licht kan ook vermoeiend zijn voor je ogen. Dan ga je namelijk ‘knijpen’ om het licht te dempen. Dat is vermoeiend en je krijgt er ook nog eens rimpels van. Of het té licht is in je praktijk kun je eenvoudig testen: als je je hand boven je ogen houdt en je ervaart opluchting, dan is het te licht. Binnenvallend zonlicht kun je temperen met buitenzonwering of met lamellen. Horizontale lamellen kunnen soms vervelende lichtstrepen geven op je werk, kies liever voor verticale. Overigens blijft daglicht onmisbaar om je goede humeur te behouden. Vooral in de donkere wintermaanden kan een tekort aan daglicht tot somberheid leiden. Ga zo vaak mogelijk even naar buiten voor een frisse neus. Daar doe je ook je ogen een groot plezier mee.

 

Tekst: Petra Teunissen